Dewi van de Waeter- The Lekker Company

2 november 2022 – leestijd: 7 minuten

“We zouden nu heel snel heel veel geld kunnen gaan ophalen, maar ik wil eerst duidelijk weten waar we heen groeien en wat dat voor ons als team betekent.”

Dewi’s verhaal over het ontstaan van The Lekker Company leest als een soort start-up sprookje: op Pinterest recepten vinden voor je cosmeticaproducten, op de valreep meedoen aan een cruciale pitch van Ahold en opeens in de schappen liggen van ruim 400 Albert Heijn-winkels door het hele land. Maar achter dit schijnbaar eenvoudige verhaal zit een weldoordachte visie met een duidelijk hart voor duurzaam ondernemen. Een B-corp label krijg je immers niet zomaar. Maar Dewi (32) is dan ook niet het stereotype jonge ondernemer.

Wat deed jij voor je zelfstandig ondernemer werd?
“Ik werkte voornamelijk in de marketing en deed mijn afstudeerstage over corporate communicatie in London, waar ik jaarverslagen moest uittypen voor Unilever. Nou, iets saaiers kun je niet bedenken. Ik wilde eigenlijk het liefst hele creatieve marketing doen, zoals guerrillamarketing voor stichtingen. Het leek me zo mooi om een commerciële denker in een stichting te zijn, zodat je met je talent ook iets nuttigs kan doen voor de wereld.”

En waarom begon je dan met het maken van cosmetica?
“In die tijd ging ik vegan eten en las ik veel etiketten om te kijken of er geen dierlijke producten in bijvoorbeeld chips/soep zaten. Het stoorde me dat ik bij cosmetica in het duister tastte omdat ik vaak niet begreep wat er op de verpakking stond vanwege de INCI-taal (internationale naamgeving voor cosmetische ingrediënten). In die tijd moest je ook echt nog googelen welk merk geschikt was voor veganisten. Als je bedenkt dat slachtafval de norm is als ingrediënt en een body-crème helemaal verdwijnt in je lijf… En er zijn zoveel mensen die om religieuze of ethische redenen juist al die ingrediënten uit hun eten weren, maar die dus niet weten dat ze het toch binnenkrijgen via cosmetica.”

Dus toen dacht je: dan maar zelf maken?
“Ja! Ik begon door op Pinterest te kijken naar recepten voor cosmetica, die ik dan letterlijk na maakte aan mijn keukentafel. Dat ging van voetenbadjes en lippenbalsem tot haarmaskers.
Het was soms echt alsof ik een cake stond te bakken, helemaal omdat een van de hoofdingrediënten van deodorant baking soda is. Maar ik pastte ook recepten aan en verving ingrediënten die niet geschikt waren voor veganisten.”

En hoe heb je het label van B-corp kunnen bemachtigen?
“Sowieso wilde ik dat alles 100% vegan, plastic- en palmolievrij was. En daarnaast vond ik het heel belangrijk om transparant te zijn over de inhoud van onze producten en begrijpbare taal te gebruiken. Sterker nog: we kiezen zelfs specifiek ingrediënten uit waarvan mensen de betekenis gelijk snappen, zoals biologische kokosolie of sheaboter.
Dus ik hoefde uiteindelijk ook niet heel veel aan te passen aan onze kernwaardes om het label B-corp te krijgen, aangezien de meeste vereisten daarvoor al in onze organisatie verankerd zitten.
Het label is voor mij momenteel vooral een hele mooie spiegel, zo van: waar zit nog ruimte voor verbetering?”

Oké, dus je blijft ook zelfkritisch en bewust over waar het heen gaat met je bedrijf?
“Ja, ik zit hier niet met een plan om een hele snelle exit te kunnen maken. We zouden nu heel snel heel veel geld kunnen gaan ophalen, maar ik wil eerst duidelijk weten waar we heen groeien en wat dat voor ons als team betekent. Het belangrijkste is dat iedereen echt laaiend enthousiast moet zijn over een nieuw product. En de vraag die ik mezelf altijd stel bij bepaalde keuzes is: wat voor bedrijf willen we zijn? Iedereen in ons team werkt nu 4 dagen per week en soms willen we ook gewoon lekker spontaan naar de Efteling kunnen gaan.”

Dewi  van de Waeter- The Lekker Company

Klinkt leuk! En wat waren voor jou de mooiste inspiratiebronnen op het gebied van duurzaam ondernemen?
“Ik moet meteen denken aan Anita Roddick van The Bodyshop. Toen ik haar boek las (Body & Soul) kreeg ik bijna vlinders in mijn buik; zo wilde ik ook ondernemen! Haar bedrijf opereert meer als stichting dan als cosmeticamerk. Dat heeft me geïnspireerd om een foundation te starten, waarmee 1 % van onze halfjaarlijkse omzet naar een goed doel gaat. Dat is dus elk half jaar anders: begin dit jaar hebben we vier gezinnen uit extreme armoede kunnen helpen met 100weeks en nu zijn we bomen aan het planten met Trees for All. Zo ben ik toch ook iets meer voor de wereld aan het doen.”

Inmiddels ben je enorm succesvol, hield je een TEDx talk, stond je in de top-100 van duurzame ondernemers, heb je meer dan 4000 verkooppunten in Nederland, Duitsland, Polen en Denemarken en werk je in een team van 7 mensen. Hoe kijk je terug op de afgelopen jaren?
“Ik deed vooral heel veel zelf, naast – of soms zelfs tijdens – mijn betaalde baan. Van zelf een website bouwen tot met mijn rolkoffer vol glazen potten over straat gaan. Dus die pitch voor Albert Heijn was misschien niet eens het leukste moment als ik er nu op terugkijk. Het was vooral schrikken, zo van: hoe moet ik dit in godsnaam dan gaan regelen allemaal? Maar het moment dat het op de schappen stond was echt waanzinnig natuurlijk. En ik had nooit gedacht dat ik überhaupt ooit personeel zou kunnen aannemen. Mijn einddoel was om in 100 winkels te liggen, dus achteraf gezien ik had eigenlijk niet eens zulke hoge verwachtingen.”

Wat is je grootste les geweest in die jaren?
“Wees niet bang om ‘nee’ te horen. Ik weet nog dat ik heel graag bij Dille & Kamille wilde liggen, maar ik durfde niet te bellen want ik dacht: als ze nee zeggen heb ik geen stip meer op de horizon en geen reden meer om verder te ondernemen. Maar een ‘nee’ is juist vaak het begin en dé kans om door te vragen over hoe dan wel. Zeker wat betreft de sales afdeling, want inkopers wisselen supervaak van baan dus is er altijd weer een kans om iemand opnieuw te overtuigen.”

Vragen

Heb je vragen over onze dienst of product?

Je kunt ons op meerdere manieren bereiken.

Nog meer nieuws